Veiligheid van de automatische deuren
De veiligheid van uw deur aangepast aan uw verwachtingen
Om het type deur te vinden die het best aan de verwachtingen van de gebruikers voldoet, is het niet alleen nodig rekening te houden met het esthetische aspect maar ook met andere belangrijke aspecten. Er moet grote aandacht worden besteed aan de veiligheid van personen. Gebruik onderstaande sleutelwoorden om een lijstje op te maken voor uw planning.
Waar wordt de deur gemonteerd?
- type gebouw (station, medisch kabinet)
- grootte van de deur
- gewicht van de deur
- beschikbare ruimte
- vrije ruimte
- binnen-of buitendeur
Hoe zal de deur gebruikt worden?
- personenverkeer
- druk personenverkeer of niet
- Rush Hours (bepaalde pieken in het personenverkeer afhankelijk van het tijdstip)
- Openings- en sluittijden
- Objecten die door de deur moeten
Wie zal de deur gebruiken?
- opgeleid personeel
- leken
- kinderen
- minder mobiele personen (ouderen, mindervaliden)
Andere vereisten?
- vluchtweg
- brandwerend
- inbraakwerend
- waterdicht
- hermetisch (specifieke toepassingen)
- geluiddicht
Met welke snelheid moet de deur zich verplaatsen?
- De maximale energie wordt op de volgende manier berekend:
- Schuifdeuren E=(m*v2) /2
- Draaideuren E=(J*ω2) /2
De dynamische kracht wordt beperkt om eventuele kwetsuren uit te sluiten.
- contactloze sturing
- beperkte snelheid
- uitsluiten van vingerinklemming
Volgens de Europese machinerichtlijn moeten risico’s vermeden of uitgesloten worden, moeten maatregelen genomen worden om eventuele risicofactoren uit te sluiten en om de gebruiker te duiden op de mogelijke gevaren. Wij raden altijd aan een risicoanalyse te doen alvorens uw installatie in bedrijf te laten stellen.
Overzicht van de belangrijkste gevaren en de bijbehorende oplossingen
Schuifdeuren
Hoofdsluitkant:
gevaar van bekneld raken of tegenaan stoten
Risicobeperking bij de hoofdsluitkant:
controleren van de knelpunten door bewaakte aanwezigheidssensoren
Nevensluitkant:
gevaar van tegen aan stoten of bekneld raken
Risicobeperking bij de nevensluitkant:
handhaving van de veiligheidsafstanden
Oplossing bij gladde wanden
1) < 8 mm tegen naar binnen trekken van vingers
2) < 100 mm geldt als voldoende grote afstand om botsing te voorkomen (sinds DIN 18650:2010)
3) > 200 mm tegen bekneld raken van het hoofd
Drehflügeltüren
Hauptschliesskante:
Gefahr durch Anstossen und Quetschen beim Öffnen und Schliessen
Risikominderung an der Hauptschliesskante:
Beherrschen der Quetschstellen durch mitfahrenden Schutzsensor (1), Sicherheitsabstände (2/3)und überwachten Anwesenheitssensoren (2)
Karusselltüren
Gefahrenstellen an Karusselltüren
Risikominderung an der Hauptschliesskante (A) und der Innenwand (B):
Sicherheitsabstand (1) und Vorpfostensicherheit (2)
Risikominderung an der Nebenschliesskante (C) und Anstossen am Türflügel:
mitfahrenden Schutzsensor (1) und berührungssensitive Sicherheitsleiste (2)